Prostitutie kent verschillende
verschijningsvormen. De meest bekende is de raamprostitutie. Daarnaast
bestaan: escortbureaus, bordelen en straatprostitutie. Vrouwelijke
straatprostituees vaak op afwerkplekken, mannelijke prostituees vaak op
ontmoetingsplekken bij stations, in homocafés of in parken. Prostitutie
was en is in Nederland voor meerderjarigen niet verboden, gelegenheid tot
prostitutie geven echter tot voor kort wel. Vanaf 1 oktober 2000 is de
prostitutiebranche in Nederland als eerste land ter wereld gelegaliseerd.
In de wet zijn voorwaarden verbonden aan het exploiteren van een
prostitutiebedrijf. De belangrijkste doelen van de wet zijn het tegengaan
van: prostitutie door minderjarigen en door mensen die illegaal in
Nederland verblijven, onvrijwillige prostitutie en illegale
randverschijnselen. De wet biedt de lokale overheid juridische basis
hiertegen op te treden. De wet streeft er naar de positie van
prostitué(e)s te verbeteren (Mr. A. de
Graafstichting, 2000). Dan na witregel vervolgen met oorspronkelijk begin
paragraaf: 'Er bestaan genoeg mensen&
p. 166, vrijwel onderaan de pagina. Na: 'belanden nogal eens in de
straatprostitutie.' Invoegen
Uit onderzoek (Van Nijnatten en Klein Wassink, 2000) blijkt dat dit
vooral meisjes betreft die emotioneel en materieel thuisloos waren en zo
in de handen gevallen zijn van (eveneens jonge) pooiers, die hen stap voor
stap de prostitutie ingeleid hebben. Het ontbrak deze meisjes aan sociale
netwerken en ze werden emotioneel en materieel afhankelijk van de de
pooiers. De meisjes werden verliefd op de jongen en daarna nogal eens met
dwang in de prostitutie gesluisd. Onder de weglopers zien we niet alleen
jonge meisjes, maar ook regelmatig
Dan in deze halve alinea vervolgen
met oude tekst boven aan p. 167: jonge jongens vanaf een jaar of twaalf.
wijziging p. 167, na eerste alinea, dus na '&
andere problemen met de ouders' eerst literatuurverwijzing invoegen en dan
volgende alinea invoegen. Sioen, 1996).
Prostitutie door en met minderjarigen was en blijft strafbaar. Op
diverse plaatsen wordt samengewerkt door bureau's Jeugdzorg, zedenpolitie
en de Raad voor de Kinderbescherming. Zo is in Utrecht een zogenaamd
project 13 opgezet (vermoemd naar de leeftijd van het jongste betreffende
meisje) waarbij een repressief beleid wordt uitgevoerd en jonge meisjes
met dwang uit de straatprostitutie worden gehaald. De (eveneens jonge)
pooiers worden daarbij vervolgd. De meisjes werden in een gesloten opvang
intensief begeleid. De resultaten zijn succesvol: de meeste meisjes
blijven uit de prostitutie en zijn achteraf tevreden over deze ingreep in
hun leven: de gedwongen opname was een noodzakelijke stap om hun
ontwikkeling veilig te stellen. (Van Nijnatten en Klein Wassink, 2000)
Bij meerderjarige prostituees is het juridisch uitgesloten hen met dwang
uit de prostitutie te halen. Vervolgen met 'Naast de genoemde problemen
met drugs& '
© 2000 M. Heemelaar, Amsterdam
Ga
door naar het volledige overzicht van aanvullende
literatuur
voor de tweede druk